8 oktober 2025

Naseema (23) en Basma (22) kwamen in 2023 samen met hun moeder, broers en zussen naar Nederland om herenigd te worden met hun vader. In Irak zaten ze allebei al op school en droomden ze van een mooie toekomst. Nu vertellen ze hoe het is om in Nederland opnieuw te beginnen: over inburgeren, studeren, zorgen voor hun moeder en doorzetten, ook als de weg vol hindernissen zit. Hun verhalen laten zien hoe verschillend de ervaringen van nieuwkomers kunnen zijn en hoe belangrijk het is om mogelijkheden te hebben. 

Het verhaal van Basma (22): een nieuwe start en studeren in Nederland

Basma staat voor een boom met haar armen over elkaar.
Fotograaf Julian Sarmiento

Basma was 20 toen ze haar geboorteland Irak achter zich liet. In 2023 reisde ze samen met haar moeder, twee zussen en drie broers naar Nederland om zich bij haar vader te voegen, die hier al woonde. “We dachten dat we snel konden beginnen met school en het leren van de Nederlandse taal,” vertelt Basma. “Maar eerst zaten we meer dan een half jaar in een azc in Groningen.”

Na Groningen verhuisde het gezin naar een azc in Amsterdam. Ook daar duurde het nog meerdere maanden voordat ze konden beginnen met taallessen en het inburgeringstraject. “Die maanden waren moeilijk,” zegt Basma. “We hadden weinig te doen en wilden graag beginnen met het leren van de taal.”

In september 2024 mocht Basma uiteindelijk beginnen met de inburgering. Eerst volgden zij en haar zussen zes weken taalles bij Danner & Danner op A1-niveau, daarna een intensieve achtweekse cursus aan de Vrije Universiteit, en vervolgens lessen aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), inclusief examens. Maar het liep niet helemaal zoals gehoopt: Basma slaagde voor drie onderdelen, maar zakte voor het onderdeel ‘spreken’ van taalniveau A2. Daardoor moest ze terug naar een andere taalschool om verder te oefenen.

In diezelfde periode ontdekte ze BOOST, een Amsterdamse organisatie die nieuwkomers ondersteunt met informele taallessen en ontmoeting. “Ik ga er nu gemiddeld twee keer per week heen,” vertelt ze. “Het helpt enorm om meer te praten en te oefenen. Maar het is best ver weg en de ov-kosten zijn hoog. Als het dichterbij was of als ik gratis kon reizen, zou ik vaker gaan.”

Uiteindelijk krijgt het gezin een woning toegewezen in Nieuw-West. Met acht mensen in één huis is het eigenlijk te krap en bovendien niet geschikt voor haar moeder, die ernstig ziek is en voortdurend zorg nodig heeft. “Er is geen andere optie, zei de gemeente. Maar het is zwaar,” legt Basma uit.

Werken, studeren en dromen

Ondanks alle uitdagingen probeert Basma haar eigen weg te vinden. Ze volgt de onderwijsroute: drie dagdelen per week les en twee dagen per week naar BOOST. Sinds drie maanden werkt ze daarnaast een paar dagen per week in een supermarkt. “Ik vind het leuk om met klanten te praten. Dat helpt ook bij het leren van de taal.”

Aankomende september 2025 begint ze met MBO 1 Dienstverlening en Verkoop, gecombineerd met Nederlandse les op B1-niveau. De opleiding is vijf dagen per week, maar de ov-vergoeding dekt niet alle kosten. “En er moet elke dag iemand thuis zijn voor mijn moeder,” zegt ze. Toch blijft ze positief: haar droom is om later bedrijfskunde te studeren aan de hogeschool, maar eerst moet haar Nederlands beter worden.

“Alleen door te praten leer je het echt”

Over de taallessen heeft Basma een duidelijke mening. Ze vond het taalaanbod op de school weinig effectief: “Op school werd weinig gesproken en bij A2 kregen we zelfs bij sommige onderdelen les via de computer. Dan leer je de taal niet echt. Je kunt gewoon gokken.” BOOST bood wat haar betreft een veel betere aanpak: meer contact, meer oefening en veel meer praten. Haar tip aan anderen: kijk Nederlandse films en series en oefen elke dag. “Alleen dan kom je echt vooruit.” Als zij een taalschool zou mogen inrichten, zou ze zorgen voor groepsopdrachten, dagelijks korte lessen en volop momenten om te spreken. “Door er constant mee bezig te zijn, leer je meer en sneller.”

Ondanks de obstakels en zorgen op de achtergrond is Basma vastberaden om haar opleiding af te maken en verder te studeren. Maar de combinatie van zorg, school, werk en geldgebrek vraagt veel. Het huidige systeem biedt daarin weinig ruimte voor maatwerk of ondersteuning.

Het verhaal van Naseema (23) over inburgeren, dromen en doorzetten 

“Mijn vader kwam in 2022 naar Nederland. Ongeveer een jaar later, in 2023, konden mijn moeder, broers, zussen en ik ons bij hem voegen,” vertelt Naseema. “Na aankomst woonden we eerst in het azc in Uithuizen, Groningen. Daarna verhuisden we naar een azc in Amsterdam.”

Pas na negen maanden kon Naseema beginnen met taallessen. “Dat vond ik best lastig, want ik wilde graag zo snel mogelijk de taal leren. Gelukkig kon ik als nareiziger sneller starten dan anderen die ik ken. Sommige mensen moesten nog veel langer wachten, sommigen zelfs jaren.” Toch was er voor haar nog geen sprake van de ‘tijdige start’ van het inburgeringstraject, zoals de wet beoogt.

In 2024 begon ze haar eerste taalcursus bij Danner & Danner taalschool: zes weken lang, drie dagen per week, op A1-niveau. Daarna volgde ze een intensieve achtweekse cursus aan de Vrije Universiteit, vier dagen per week. Eind 2024 startte Naseema met een taalcursus aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). “Na twee maanden moest ik examen doen op A2-niveau. Ik was superblij dat ik slaagde en door mocht naar B1.”

Naseema is nu al twee maanden bezig met B1-taallessen aan de HvA en verwacht in januari 2026 haar B1-examen te doen. Omdat ze daarna pas in augustus 2026 kan beginnen aan de MBO1-opleiding, wil ze in de tussentijd taallessen blijven volgen. Haar droom? “Ik wil tandartsassistent worden en daarna graag de opleiding mondzorgkundige volgen aan de HvA. In Irak had ik al de middelbare school afgerond en studeerde ik aan de universiteit. Dat lukt nu nog niet door de taal, maar ik vind studeren leuk en ben nog lang niet uitgeleerd.”

Klein huis en grote zorgen

Naseema woont met haar ouders, broers en zussen in een appartement in Amsterdam Nieuw-West. Met acht personen is de woning eigenlijk te klein, en bovendien niet geschikt voor hun moeder die Alzheimer heeft. “Ze praat niet meer en herkent ons niet. Er is geen lift in het gebouw, maar die zou wel nodig zijn voor haar.”

De gemeente adviseerde om ook zelf een verzorgingshuis te zoeken, maar Naseema vindt dat lastig: “Veel informatie is in het Nederlands en ik weet niet goed wie ik kan vragen.” Ook financieel heeft het gezin het moeilijk. Werken lukt haar niet goed door de combinatie van studie en zorg voor haar moeder.

Spreken blijft de grootste uitdaging

Naseema doet haar best om haar Nederlands te verbeteren. De lessen aan de HvA zijn vier dagen per week, maar nu het zomervakantie is, is ze bang haar kennis te verliezen. “Ik kijk Nederlandse films en vlogs op YouTube met mensen die online taallessen aanbieden. Zo blijf ik oefenen.”

Ze merkt vooral dat spreken lastig blijft. “Ik heb weinig sociale contacten en weinig interactie met Nederlanders.” Gelukkig had ze eerder een taalcoach van Student LifeCoach, met wie ze wekelijks een uur Nederlands sprak. “In september krijg ik een nieuwe taalcoach. Ook app ik met een vriendin in Rotterdam in het Nederlands.”

Wat Naseema mist in het onderwijs zijn praktische methodes om nieuwe woorden te onthouden. “Ik vond online lessen via YouTube fijn waarin je woorden koppelt aan foto’s en meerdere zinnen maakt met hetzelfde woord. Zo blijft het beter hangen”, vertelt ze. Maar nog belangrijker vindt ze de mogelijkheid om met anderen te praten. “Je kunt wel met klasgenoten oefenen, maar we gebruiken dan steeds dezelfde woorden. Dat helpt niet om echt verder te komen.”

Taalcafé: samen oefenen maakt het verschil  

Toen Naseema dit aangaf bij haar klantmanager van de gemeente, kreeg ze het advies om eens langs te gaan bij BOOST. “Het Taalcafé daar vind ik echt heel leuk! Jammer genoeg is het best ver weg en kan ik het niet altijd combineren met school.” In haar eigen buurt is er ook een Taalcafé, maar daar vragen ze een maandelijkse bijdrage. “BOOST is daarom voor mij de beste optie. Het zou geweldig zijn als er meer locaties of plekken zoals BOOST komen, ook in Nieuw-West!”

Deel dit

Lees ook