3 november 2018

Stichting Civic heeft voorgenomen de komende tijd speciale aandacht te vragen voor de positie en problemen van de groep nieuwkomers die tussen 2013 en 2021 moesten inburgeren, hoewel het inburgeringsysteem ondermaats was. Een eerste stap is dit opinieartikel in Trouw, waarin Stichting Civic vraagt voor een overgangsregeling voor deze groep.

Het is goed nieuws dat minister Koolmees (sociale zaken, D66) het falende inburgeringsbeleid gaat herzien en van plan is om in 2020 een paar flinke wijzigingen door te voeren. Dit is te lezen in zijn Kamerbrief over ‘de veranderopgave’ van de inburgering. De precieze invulling is nog niet duidelijk, maar er zijn prima ideeën bij zoals het verdwijnen van het leenstelsel voor nieuwkomers en verantwoordelijkheid voor de inburgeringscholing bij gemeenten leggen.

De vraag is alleen wat de 70.197 inburgeraars die nog onder de huidige regeling vallen aan deze nieuwe plannen hebben. Tot 2020 zullen nog duizenden nieuwkomers zich bij deze groep aansluiten. Het recente rapport van de Nationale Ombudsman met de veelzeggende titel ‘Valse Start’ (Trouw, 11 oktober) laat zien dat velen van hen buiten hun schuld om momenteel in de (financiële) problemen komen. Zij stevenen af op een schuld van meer dan 10.000 euro. Stichting Civic – die zich inzet voor het verbeteren van inburgeringsbeleid op basis van wetenschappelijke inzichten – roept daarom op tot een coulante overgangsregeling voor deze inburgeraars.

Het is opvallend dat de minister nauwelijks over deze groep schrijft in zijn Kamerbrief. De vernietigende wetsevaluaties en onderzoeken die aantonen dat het huidige inburgeringsysteem niet functioneert, vormen inmiddels een flinke stapel. Bovendien erkent de minister zelf dat het huidige beleid niet werkt. Zo opende hij op 17 oktober een Divosa-congres over arbeidsparticipatie van vluchtelingen zijn toespraak met de zin: “Ik hoef u niet uit te leggen wat er allemaal niet deugt aan het huidige systeem”. En terecht.

Legio problemen

De problemen met de opzet van het huidige systeem zijn legio. Informatie over het inburgeringstraject werd lange tijd alleen in het Nederlands aan nieuwkomers verstrekt. Ook wordt te veel ‘zelfredzaamheid’ van hen verwacht, bijvoorbeeld door hen na aankomst zelf een taalschool uit te laten zoeken, waarvoor ze een lening dienen af te sluiten als ze de studie zelf niet kunnen betalen. Het speciaal ontwikkelde keurmerk ‘Blik op Werk’ voor onder andere deze scholen blijkt nauwelijks een garantie voor goed onderwijs. Er zijn frauderende taalscholen actief. En DUO kent lange wachttijden voor afnemen en nakijken van examens.

In het licht van dit povere publieke beleid concludeert de Nationale Ombudsman dan ook: nu vaststaat dat het huidige inburgeringsstelsel serieuze drempels voor inburgeraars heeft gecreëerd­­, plaatst dat het opleggen van boetes en terugbetalen van leningen in een ander daglicht. Deze maatregelen waren bedoeld om mensen te prikkelen die niet mee wilden doen, maar bij een tekortschietend stelsel worden ook mensen die niet mee kunnen doen getroffen, aldus de Ombudsman.

Voor de groep inburgeraars die na 2013 startte, is dringend een overgangsregeling nodig. Het is onrechtvaardig en onpraktisch hen te verplichten door te akkeren in een systeem waarvan het failliet meermalen wetenschappelijk is aangetoond.

Extra ondersteuning

Een optie is dat de minister de uitgedeelde boetes reduceert tot een symbolisch bedrag. Gezien de omstandigheden valt deze inburgeraars immers weinig te verwijten en zijn de geldbedragen buitenproportioneel. Op deze manier voorkomt hij ook nieuwe juridische procedures. Zo oordeelde de Raad van State onlangs dat een vluchtelinge uit Azerbeidzjan haar boete niet hoefde te betalen, vanwege een wachtlijst bij een taalschool.

Een optie is dat de minister de uitgedeelde boetes reduceert tot een symbolisch bedrag. Gezien de omstandigheden valt deze inburgeraars immers weinig te verwijten en zijn de geldbedragen buitenproportioneel. Op deze manier voorkomt hij ook nieuwe juridische procedures. Zo oordeelde de Raad van State onlangs dat een vluchtelinge uit Azerbeidzjan haar boete niet hoefde te betalen, vanwege een wachtlijst bij een taalschool.

Ook voor de torenhoge leningen, waarmee vele inburgeraars sinds 2013 opgezadeld worden, moet een passende oplossing komen. Onnodige schuldenproblematiek helpt niemand vooruit: het zadelt nieuwkomers op met een achterstand en is kostbaar voor de gemeentelijke overheid. Het is cru dat juist een groep waarvan het duidelijk is dat zij onvoldoende is ondersteund, zich uit de rode cijfers moet gaan werken. Dat terwijl al bekend is dat nieuwkomers vanaf 2020 betere ondersteuning krijgen én dat inburgeren voor hen praktisch kosteloos wordt.

Medewerker

Deel dit

Lees ook