5 mei 2020

De IntegratieBarometer 2018 van VluchtelingenWerk, uitgevoerd door het Verwey-Jonker Instituut, onderzoekt de ervaringen van vluchtelingen met inburgering. Dit is het tweede onderzoeksrapport dat wordt uitgelicht in de serie waarin Stichting Civic met het oog op het nieuwe inburgeringsstelsel terugblikt op onderzoeken naar het huidige inburgeringsstelsel.

Door in gesprek te gaan met vluchtelingen, bleek dat ze intrinsiek gemotiveerd zijn om in te burgeren. Bijna de helft slaagt echter niet binnen de termijn van drie jaar voor de examens. Dit komt door verschillende obstakels bij het inburgeringsproces: slechte informatievoorziening, ingewikkelde regels, moeite bij het vinden van de juiste cursus en stress en zorgen gerelateerd aan de vlucht en achtergebleven familie.

De sancties voor het niet op tijd voldoen aan de inburgeringsplicht leiden tot risicomijdend gedrag. Om de slagingskansen te vergroten wordt er doelbewust gekozen voor een lager taalniveau of wordt (vrijwilligers)werk uitgesteld, waardoor het beleid juist minder participatie in de hand werkt.

De diversiteit onder vluchtelingen is erg groot is, maar alle betrokkenen gaven aan actiever Nederlands te willen oefenen in de praktijk. Volgens hun zou in het inburgeringstraject meer aandacht moeten zijn voor het aangaan en onderhouden van sociale contacten.

Op basis van de gesprekken wordt ook aanbevolen om niet zo’n groot beroep te doen op de zelfredzaamheid van vluchtelingen. In de praktijk blijken ze ondersteuning nodig te hebben. Informatie over de regels, rechten en plichten van inburgeraars moet daarbij beter beschikbaar worden voor vluchtelingen en ondersteuners. Door een betere voorlichting kunnen ze bewuster kiezen voor een passend inburgeringstraject. Nu betekent dat inburgerings- of staatsexamen, maar er zouden flexibele trajecten moeten zijn die aansluiten bij individuele capaciteiten, wensen en omstandigheden. Bijvoorbeeld door te differentiëren naar niveau, intensiteit en het aantal contacturen.

Daarnaast willen vluchtelingen graag zo snel mogelijk beginnen met taallessen, dus organiseer een voorinburgeringsprogramma in asielzoekerscentra. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de persoonlijke omstandigheden van vluchtelingen. Voor sommigen is eerst rust nodig. Ook wanneer de inburgering daadwerkelijk begint, is er niet altijd rust en zijn er belemmerende factoren. Voorzie daarom in noodzakelijke randvoorwaarden, zoals kinderopvang.

Tenslotte is het nodig de noodzaak van de sancties opnieuw te overwegen, omdat de (dreiging van) sancties in de praktijk contraproductief kan werken.

Zijn deze aanbevelingen terug te zien in de plannen voor het nieuwe inburgeringsbeleid?

Evaluatie (vanuit dit onderzoek gezien) van het nieuwe stelsel:

Negatief

  • nog steeds sancties
  • nog steeds drie jaar als norm voor de inburgeringstermijn
  • complex beleid

Positief:

  • regierol gemeente voor betere informatievoorziening en begeleiding
  • persoonlijke inburgeringsplan voor het “kiezen” van het juiste inburgeringstraject
  • tijdige start in asielzoekerscentra
  • financieel ontzorgen van asielstatushouders (slechts voor de eerste zes maanden)
  • verschillende leerroutes
Stagiair Online Communicatie

Deel dit

Lees ook