10 november 2020

In Europa worden steeds meer eisen gesteld aan het verkrijgen van burgerschap. Zo ook in Nederland. Het ziet er nu naar uit dat de taaleis voor naturalisatie aangescherpt gaat worden van A2 naar B1, met nauwelijks ontheffingsgronden. Wanneer naturalisatievereisten erg streng worden, kunnen grote groepen potentiële aanvragers buitengesloten worden van burgerschap. Dat laat het onderzoek van Jensen, Mourtisen, Cochran Bech & Olsen (2019) zien dat hieronder besproken wordt.

Om burgerrechten te verwerven, moeten immigranten een naturalisatieproces doorlopen. Soms slagen zij hier niet in en is het buiten hun vermogen om er iets aan te doen. Jensen, Mourtisen, Cochran Bech & Olsen onderzochten de buitensluitende effecten van de Deense naturalisatievereisten. Denemarken kent een streng beleid: toekomstige burgers moeten een taaltest doen op B2 niveau en niet langer dan zes maanden bijstand ontvangen hebben in de afgelopen vijf jaar. Als je al langer economisch zelfstandig bent – acht en een halfjaar van de negen zonder bijstand – wordt de taaleis verlaagd naar B1. Daarnaast mag je geen strafblad hebben. Een boete van 400 euro verbiedt al de aanvraag van het Deense burgerschap voor vier jaar en zes maanden.

Aangezien Denemarken strenge eisen stelt aan naturalisatie en steeds meer landen in Europa die kant op gaan, is het goed om te kijken naar het effect hiervan op verschillende migranten. Jensen e.a. maken in hun analyse onderscheid tussen drie groepen: vluchtelingen, gezinsmigranten uit niet-OECD landen en OECD gezinsmigranten. Voor de integratievereisten is gekeken naar de vereisten op het gebied van taal, economische zelfstandigheid en niet-criminaliteit. De onderzoekers kiezen deze vereisten, omdat hier niet altijd aan voldaan kan worden door individuele inzet. Of je jezelf en je gezin kan onderhouden hangt niet alleen van jou af, maar ook van de economische situatie en de keuzes van anderen. Omdat je dit niet allemaal zelf in de hand hebt, kunnen deze vereisten tot buitensluiting leiden.

Aan de hand van registerdata is gekeken wie in aanmerking zou komen voor naturalisatie. Alle volwassen vluchtelingen en gezinsmigranten die tussen 2001 en 2009 in Denemarken aankwamen zijn daarbij meegenomen. Uit de resultaten blijkt dat alle drie typen vereisten een uitsluitingseffect hebben, maar: de taaleis vormt het grootste obstakel. Velen komen zelfs na 13 jaar in het land niet in aanmerking voor naturalisatie. Vluchtelingen hebben een veel kleinere kans dat ze tegelijkertijd aan de drie vereisten voldoen en migranten uit OECD landen hebben de grootse kans. Zie onderstaande tabel die uit het artikel van Jensen e.a. komt.

tabel-Jensen-e.a.-2019

Het opleidingsniveau blijkt hierbij een belangrijke rol te spelen. De meerderheid van de mensen met een laag opleidingsniveau kan waarschijnlijk niet voldoen aan de Deense naturalisatievereisten. Ook sekse en leeftijd zijn bepalende factoren. Voor oudere vrouwelijke vluchtelingen blijkt het met name moeilijker te zijn.

Bij de taaleis komt de impact van leeftijd ook duidelijk naar voren. Oudere mensen hebben meer moeite met het leren van een tweede taal. Vluchtelingen die 41 of ouder zijn bij aankomst hebben zelfs 60% minder kans dat ze de taaleis halen vergeleken met de immigranten die tussen de 18 en 30 waren toen ze aankwamen. Opleidingsniveau speelt ook een grote rol bij de taaleis. Dat deze factoren bepalend zijn, laat zien dat naturalisatie niet alleen een kwestie is van wil en inzet van mensen. Mensen die al jaren meedoen in de maatschappij, werken en belasting betalen worden buitengesloten door strenge vereisten. Deze groep mag niet stemmen, terwijl ze zich wel aan de wetten hebben te houden. Ze krijgen geen burgerlijke erkenning en kunnen makkelijker alsnog hun verblijfsrechten algeheel verliezen.  Het is daarom, op basis van deze wetenschappelijke studie, te hopen dat de taaleis voor naturalisatie in Nederland volgend jaar niet verhoogd wordt.

Stagiair Online Communicatie

Deel dit

Lees ook