10 september 2021
Lub omschrijft maatwerk in zijn literatuurstudie als een traject dat aansluit bij individuele wensen, mogelijkheden en beperkingen. Deze aanpak heeft potentie om mensen intrinsiek te motiveren. Autonome motivatie komt voort uit het gevoel iets vanuit jezelf te doen zonder daartoe gedwongen te worden. Deze vorm van motivatie verschilt van ‘gedwongen motivatie’: motivatie die voort komt uit een gevoel van dwang. Bij intrinsieke motivatie is er minder sprake van uitstelgedrag, presteren mensen beter en hebben mensen vaker een goed gevoel over zichzelf[1].
Voornemens tot maatwerk binnen Wet Inburgering 2022
In de Nieuwe Wet inburgering is maatwerk een van de pijlers (net als tijdig starten, snelheid[2], dualiteit en kwaliteit). Het centrale uitgangspunt hierbij is dat gemeenten de regie voeren op de uitvoering van het nieuwe inburgeringstelsel. Zij krijgen hierbij meer ruimte voor het bieden van maatwerk.
Aan het begin van het inburgeringsproces wordt er een Brede Intake afgenomen. Hierin worden de startpositie en ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van inburgering en participatie vastgelegd. Na afname van een Brede Intake stelt de persoonlijke begeleider vanuit de gemeente samen met de inburgeraar een Persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) op. Hierin staan de hoofdlijnen van het persoonsgebonden inburgeringstraject beschreven. Een voornemen tot maatwerk ligt hierin beschreven, maar ‘aanvulling hierop is een vereiste’, wordt ons verteld door een professional bij de gemeente. Deze gemeente heeft deel genomen het pilotprogramma Brede Intake en PIP.
In de eindrapportage van Divosa concluderen de pilotgemeenten dat het werkzaam is om het PIP in tweeën te delen: een formele beschikking en een dynamisch ontwikkelplan. In dit geval bestaat de formele beschikking uit een aantal standaardelementen, waaronder de inburgeringsroute en de begeleiding. Deze formele beschikking moet binnen de eerste 10 weken na de afname van de Brede Intake opgesteld worden. Vanwege de aard van een beschikking is het niet altijd makkelijk deze aan te passen. Het dynamische ontwikkelplan biedt daarentegen genoeg ruimte voor aanpassingen en latere aanvullingen. In dit ontwikkelingsplan kan dan ook dieper worden ingegaan op details. Deze flexibiliteit is cruciaal voor maatwerk. Niet alle detailinformatie kan in de eerste tien weken al worden vastgesteld. Denk bijvoorbeeld aan factoren als de mentale belastbaarheid van de inburgeraars in de beginperiode en de tijd die het kost om een vertrouwensrelatie op te bouwen.
Hoewel de nieuwe Wet Inburgering mogelijkheden biedt tot bepaalde vormen van maatwerk, staat deze zelfde wet andere vormen van maatwerk in de weg. Zoals in een eerdere blog toegelicht, past onder andere de invoering van de B1-route niet bij het voornemen tot maatwerk. Het idee dat is dat het grotendeel van de inburgeraars naar de B1 route gaan en deze examens halen. Hoewel afschalen naar A2 mogelijk is, blijft de taaleis in principe B1. Zelfs wanneer tijdens de Brede Intake blijkt dat alleen A2 haalbaar is binnen de gestelde inburgeringstermijn, dient deze inburgeraar toch in het B1 traject te starten. Pas in een later stadium kan worden afgeschaald naar A2. Wanneer dergelijke signalen uit de Brede Intake niet kunnen worden meegenomen in het de vormgeving van een persoonlijk plan roept dit de vraag op: In hoeverre is de Brede Intake een effectief middel tot maatwerk?
Maatwerk door begeleider
Naast beleidskaders, speelt de manier van begeleiding een grote rol in het wel of niet realiseren van maatwerk. Volgens het ministerie van SZW is de begeleiding voor inburgeraars (met name kwetsbare inburgeraars) in het huidige stelsel nu op veel plekken veelal nog onvoldoende en bevat te weinig maatwerk waardoor deze niet aansluit bij wat individuele inburgeraars nodig hebben.
Om goed maatwerk te kunnen leveren waarbij de client centraal staat, zouden volgens Razenberg en collega’s[3] (2018) de caseload van betrokken professionals niet te hoog mogen zijn. Zij kunnen alleen passende(re) ondersteuning kunnen bieden, als zij voldoende tijd hebben voor hun cliënten. Kennis en vaardigheden op het gebied van diversiteitsinclusieve communicatie zijn daarbij belangrijk. Om onbedoelde negatieve gevolgen t.a.v. doorstroom naar werk tegen te gaan is zelfreflectie van groot belang. Zij benoemen reflectie op: eigen referentiekaders en vooroordelen; aannames over de rol van de professional; ideeën over gepaste ondersteuning; en reflectie op wederzijdse verwachtingen van professionals en cliënten. Het onder de loep nemen van eigen handelen (‘waarom doe ik wat ik doe’), bijvoorbeeld via intervisie met collega’s, draagt bij aan het versterken van hun vakmanschap. Flexibele, open-minded en gendersensitieve trainers en begeleiders zouden hierbij kunnen ondersteunen. Bovendien kunnen de migrantenorganisaties die er al zijn, op gepaste manier worden ingezet als specialisten op dit gebied.
Kortom, de vormgeving van de nieuwe inburgeringswet schept zowel mogelijkheden als obstakels voor maatwerk. In hoeverre de individuele inburgeraar daadwerkelijk centraal wordt gesteld is echter niet alleen afhankelijk van beleidskaders. Ook het handelen van professionals is hierbij van groot belang. In de volgende blog werpen we een blik op het inzicht dat, voor een optimale realisatie van maatwerk, ook andere aspecten aandacht verdienen. Naast een generiek beleid gericht op maatwerk én maatwerk-gericht handelen door professionals, kan er behoefte zijn aan aanvullend beleid.
[1] Movisie (2018). ‘Wat Werkt bij Bevordering Arbeidsparticipatie van Statushouders.’
[2] Zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren en aan het werk gaan.
[3] KIS (2019). Leren van verschillende doelgroepen