24 september 2021

In de vorige twee blogs hebben we beschreven wat het begrip maatwerk betekent en wat de rol is binnen het inburgeringsbeleid. In deze blog gaan we dieper in op de praktische invulling van maatwerk en bespreken we een belangrijk vraagstuk dat hierbij komt kijken: de dubbele rol van de gemeentelijke professional. In de nieuwe Wet Inburgering komt zowel de rol van wethandhaver als de rol van persoonlijk begeleider bij dezelfde gemeentelijke professional te liggen. Het samenbrengen van deze twee rollen binnen één takenpakket brengt uitdagingen met zich mee.
In de nieuwe Wet Inburgering komt regie op de uitvoering van de inburgering bij de gemeente te liggen. Hier komen nieuwe verantwoordelijkheden en verplichtingen bij kijken. De gemeente krijgt de zeggenschap over hoe de geboden mogelijkheden tot maatwerk in de praktijk moet worden ingevuld. In de eerste blog van deze reeks beschreven we dat persoonlijke begeleiding hier een cruciaal onderdeel van is. Gemeenten zijn op zoek naar manieren om de regierol zo goed mogelijk te organiseren. Als persoonlijk begeleider is het belangrijk op de hoogte te zijn van de behoeftes, mogelijkheden, wensen en (veranderende) persoonlijke omstandigheden van de inburgeraars in kwestie. Op basis van deze informatie kan samen worden gezocht naar ondersteuning op maat en een passende leerroute. Voldoende tijd, heldere communicatie en een vertrouwensband tussen de betrokken professional en de inburgeraar zijn hiervoor van groot belang.

Dubbele rol: handhaving en persoonlijke begeleiding

Gemeentelijke professionals bereiden zich voor om de persoonlijke begeleiding binnen het nieuwe inburgeringsstelsel uit te voeren. Maar dezelfde gemeentelijke professional is straks verantwoordelijk voor het handhaven van de nieuw Wet Inburgering. Wij hebben met een professional uit een grote gemeente gesproken over de uitdagingen die spelen bij het samenbrengen van deze twee rollen. Deze professional deelde enkele overwegingen van de stelselverantwoordelijke die er toe hebben geleid dat in het nieuwe stelsel gemeentelijke professionals een dubbele rol krijgen. Zo zou de informatie die de inburgeraar deelt tijdens de persoonlijke begeleiding makkelijk kunnen worden meegenomen in beslissingen op het gebied van wetshandhaving. Stel dat de gemeentelijke professional, vanuit de rol als persoonlijk begeleider, op de hoogte is van persoonlijke omstandigheden die het opleggen van een boete hoogst onwenselijk maken. Dan kan diezelfde professional vanuit deze kennis handelen en besluiten om de inburgeraar geen boete op te leggen.

Aan de hand van bekende persoonlijke omstandigheden van de inburgeraar zou er een redelijke en afgewogen beslissing kunnen worden gemaakt over hoe de wet te handhaven (en hoe om te gaan met eventuele bijkomende sancties). De gemeente die voor deze blog is benaderd, is druk bezig aangepaste handhavingskaders op te stellen om zulke overwegingen mogelijk te maken. Deze kaders bestaan uit regels, wetten en ambities die ruimte bieden voor persoonlijke omstandigheden van de inburgeraar. Zo kan er worden gekeken naar (veranderde) omstandigheden op het gebied van onder andere de volgende levensdomeinen: gezondheid, werk en woonomstandigheden. De gemeentelijke professional vertelde ons: ‘We vinden het belangrijk dat de handhavende professional goed op de hoogte is van de persoonlijke situatie. Zo willen we situaties vergelijkbaar aan de toeslagenaffaire voorkomen’.

Diezelfde gemeentelijke professionals omschreef de keerzijde van het samenbrengen van de rol van persoonlijke begeleider en handhaver. In hoeverre persoonlijke informatie wordt gedeeld is afhankelijk van de vertrouwensrelatie tussen de inburgeraar en de professional. Het samenbrengen van de twee genoemde rollen kan deze relatie in het nauw brengen. De gemeentelijke professional: ‘Enerzijds wil je een vertrouwensrelatie opbouwen. Anderzijds kan de mogelijkheid tot sanctionering deze relatie in de weg staan’. Wanneer een inburgeraar zich niet veilig voelt persoonlijke informatie te delen, kan dit de beoogde humane uitvoering van de sanctionering belemmeren.

Daarnaast kan de dubbele rol een barrière vormen voor effectieve persoonlijke begeleiding op maat. De professional noemt als voorbeeld dat inburgeraars wellicht bepaalde vragen niet durven te stellen. Stel dat een inburgeraar door een slechte werkgever een tijd zonder contract heeft moeten werken. Uit angst voor eventuele negatieve consequenties, kan je je voorstellen dat de inburgeraar dit niet direct deelt met de betrokken gemeentelijk professional. Wanneer relevante informatie niet wordt gedeeld, zal het lastiger zijn voor de professional om samen met de inburgeraar een plan op te stellen dat goed aansluit bij iemands persoonlijke situatie. De professional benadrukt dat heldere en open communicatie cruciaal zijn voor een goede vormgeving van deze dubbele rol. Het moet voor de inburgeraar duidelijk zijn wat de eigen rechten en plichten zijn en hoe de professional hierbij betrokken is.

Niene Oepkes, oprichtster van project Einstein, betwijfelt of de rollenverstrengeling van de gemeentelijke professional goed op te lossen valt. ‘Het samenbrengen van de rollen van handhaver en persoonlijk begeleider is niet de oplossing voor een ethische en humane handhaving van de wet.’ De gemeentelijke handhaver hoeft niet op de hoogte te zijn van alle persoonlijke omstandigheden. Niene Oepkes stelt voor om de rol van persoonlijk begeleider uit te laten voeren door een professional uit het maatschappelijk middenveld. Diegene deelt dan met de handhaver alleen de informatie die in de specifieke situatie relevant is. Op die manier zou de handhaver alsnog een gegronde ethische overweging kunnen maken, zonder dat de professional twee petten op heeft.

Deel dit

Lees ook