15 juli 2020

Afgelopen weken zijn er rondom de nieuwe inburgeringswet meerdere moties en amendementen aangenomen of verworpen door de Tweede Kamer. Stichting Civic geeft een kort overzicht van de meest opvallende uitkomsten:

Op voorstel van minister Koolmees heeft de Tweede Kamer op 2 juli de wet voor een nieuw inburgeringsstelsel aangenomen. De ambitie is dat dit stelsel ingaat op 1 juli 2021. Na de zomer stemt de Eerste Kamer over het voorstel.

Over het nieuwe stelsel is al veel geschreven en gezegd, ook door Stichting Civic. De taaleis gaat omhoog naar B1 en er komen meer trajecten en boetegronden. Daarnaast krijgen gemeenten (weer) meer invloed op het reguleren van de taal- en inburgeringsmarkt en meer mogelijkheden tot begeleiding. De evaluatie van het nieuwe beleid tot nu toe, onder andere door de Raad van State, is dat het bepaalde problemen van het huidige beleid zal wegnemen, maar tegelijkertijd niet alles zal oplossen en ook nieuwe problemen creëert.

Tijdens de politieke debatten rondom de nieuwe inburgeringswet zijn ook vele moties en amendementen verworpen of aangenomen. In deze blog geeft Stichting Civic een kort overzicht van opvallende uitkomsten hiervan:

  • Er is gesproken over ‘de ondertussen-groep’, oftewel de 2013-2021 inburgeraars die nu tussen wal en schip vallen. Stichting Civic zet zich al langere tijd in voor deze groep. Zij moeten doorakkeren in het huidige systeem en ontvangen vaak sancties, terwijl is vastgesteld dat het huidige systeem niet werkt. Toch is de motie van Van den Berge (GL) en Van Dijk (SP) die de regering verzoekt in gesprek te gaan met de VNG om tot een passende oplossing te komen voor deze groep verworpen. Een motie van Van Meenen en Paternotte (beiden D66) die verzoekt om de toewijzing van de budgetten voor deze groep te vernieuwen en te verduidelijken is wel aangenomen.
  • Er is veel ontevredenheid over de kwaliteitsborg van inburgeringsscholen, meer specifiek over het functioneren van de stichting Blik op Werk om dit te garanderen. Het verbaast daarom weinig dat een motie van Van Meenen (D66) en Becker (VVD) om een verkenning te starten naar de mogelijkheid van een publieke toezichthouder met grote meerderheid is aangenomen. Ze vragen of de uitkomsten van deze verkenning voor de jaarwisseling naar de Kamer kunnen worden gestuurd.
  • Hoewel onderzoek structureel aantoont dat inburgeringsbeleid afgestemd moet worden op de inburgeraar, is een motie van Van den Berge (GL) die de regering en gemeenten verzoekt de verdere uitwerking van inburgeringsbeleid ‘zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de wensen, kennis en kunde van de individuele inburgeraar’, verworpen.
  • Een verzoek van Kuzu (DENK) om een externe juridische check uit te voeren naar de herinvoering van de inburgeringsplicht voor Turkse nieuwkomers, vanwege mogelijke strijdigheid met het EU-associatierecht, is verworpen. Stichting Civic schreef hier eerder over.
  • Er is een amendement aangenomen waardoor de tekst van de participatieverklaring wordt gewijzigd. In plaats van dat nieuwkomers moeten aangeven bepaalde grondrechten te ‘respecteren’ zal dit veranderen in dat zij ‘universele mensenrechten eerbiedigen en niet daarmee in strijd zullen handelen’. Dit amendement is ingediend door Becker (VVD) en Segers (CU). Hun initiële voorstel was dat de tekst moest luiden dat nieuwkomers beloven universele mensenrechten te ‘onderschrijven’, maar dat stuitte op kritiek. Het veranderen van het woord ‘respecteren’ in ‘eerbiedigen’ is een meer cosmetische verandering en verandert de discussie over de voor- en nadelen van de participatieverklaring niet fundamenteel. Bovendien moet iedereen in Nederland zich aan de wet houden (en mag dus niemand in strijd met mensenrechten handelen). Het debat en de toelichting bij het amendement suggereren wel dat nieuwkomers hierbij onder een vergrootglas liggen.

 

Bestuurslid

Deel dit

Lees ook